“Elkaar helpen én verplichten de cirkel rond te maken”

Werken in netwerken, elkaar opzoeken en stappen durven zetten om de dakdekkersbranche te verduurzamen. In dit artikel leggen Jordy van Nugteren en Coraline Noordzij (projectmanager bij GP Groot inzameling) uit waar we in onze samenwerking staan en waar we naar toe willen.

Nek uitsteken
Jordy ziet dat we aan de vooravond staan van een grote verandering. “We kunnen onze ogen niet sluiten voor wat er om ons heen gebeurt. Daarom ben ik intrinsiek gemotiveerd om onze branche te verduurzamen. Qua omvang van ons bedrijf kunnen we er ook wat aan doen. Bovendien is het draagvlak bij onze klanten – veel woningcorporaties in de regio Amsterdam- en leveranciers toegenomen. Dat maakt de tijd rijp om als bedrijf de komende tijd veel te gaan proberen en onze nek uit te steken. Geen ‘green washing’, maar doen wat je zegt. Daarvoor zal de hele keten mee moeten bewegen en vanuit commitment elkaar helpen en verplichten de cirkel rond te maken. Ik ben eerlijk als ik zeg dat als een producent niet wil meewerken, we op zoek gaan naar partners die wel willen meebewegen. Want het moet gewoon anders.”

Afval als grondstof
Bij dakdekkerswerkzaamheden komen circa acht à negen restproducten vrij zoals beton, hout, aluminium, bitumen, isolatiemateriaal, grind, plastic en folie. GP Groot zorgt ervoor dat deze afvalstromen gescheiden kunnen worden ingezameld. Een deel daarvan wordt al als nieuwe grondstof terug in de markt gebracht.

“De laatste twee jaar is de samenwerking met GP Groot intensiever geworden”, vertelt Jordy. “Want het is mogelijk om nog meer afvalstromen te verwerken tot grondstof voor nieuwe producten die wij weer kunnen inkopen. En dan het liefste van gelijkwaardig niveau. Nu belanden bijvoorbeeld afgevoerde dakpannen in de wegenbouw nog als zijnde korrelmix. Dat heeft niet mijn voorkeur. Een dakpan moet gewoon een dakpan blijven. Het uiteindelijke doel is geen waardeverlies meer. Daar hebben we GP Groot voor nodig. We gebruiken elkaars competenties om verder te komen en secundaire grondstoffen te creëren uit onze eigen afvalstromen.” 

Aanjager circulaire economie
“Dat is inderdaad het einddoel”, vult Coraline Noordzij, projectmanager bij GP Groot inzameling, aan. Daar hebben we de keten wel voor nodig. Als het daar stagneert, wordt het nog een lastig traject. Daarom is onze boodschap dan ook om zoveel mogelijk samen op te trekken. Patina zei tot voor kort ‘GP Groot, ik wil van mijn afval af’, maar dat is nu ‘GP Groot, ik wil grondstoffen aanleveren’. Als in de sector meer bereidheid is, dan zal de markt zich sneller ontwikkelen. We zien onszelf als aanjager van de circulaire economie. Daarom zoeken wij op een positieve manier de confrontatie met de ketenpartners van Patina. We gaan in gesprek met hun producenten zodat ze anders gaan nadenken over gebruik van secundaire grondstoffen in hun producten. Zoals laatst met een producent; het gesprek ging over het verwerken van afval tot grondstoffen voor hun product. We spraken ook over hun verpakkingsmateriaal. Wij vroegen ze om de folie niet meer te bedrukken, zodat we folies hoogwaardiger kunnen recyclen. Zij bekeken hun verpakkingen en kwamen tot de conclusie dat ze daarnaast zelfs hun producten met minder folie konden verpakken. Dat gaat zorgen voor zeventien procent minder verpakkingsafval.”

Ketensamenwerking beter maken
Patina heeft de druk van de overheid niet nodig om in beweging te komen. “We doen dit omdat wij dit willen en gelukkig hebben we genoeg klanten die dit traject met ons willen ingaan. Onze klanten verwachten dat  wij onze positie gebruiken om de ketensamenwerking beter te maken. Noem het een gedelegeerde vraag en blijkbaar zijn wij inspirerend genoeg”, zegt Jordy met een grijns. “De branche zit op onze input te wachten en als we niet doorvragen, dan blijft het zoals het is. Onze dakdekkers zijn primair geen milieuactivisten, ze willen gewoon meters maken. En dat moet ook zo blijven. Daarom richten we ons binnen Patina vooral op het middenkader. Als we dat goed managen, sijpelt het bewustzijn vanzelf door in de hele organisatie. Wat we vroeger deden, doen we nu allang niet meer. Dat is zeker.”